woensdag 20 februari 2008

begrafenisstoet

Gisteren achter een blauwe doodskist gelopen. De blauwe verf was er in haastige halen opgezet, de afzetten van de verfborstel waren bij elke streek nog duidelijk zichtbaar. Zoals het een slechte schilder mag betamen. Het was waterverf, en het regende zachtjes.

De blauwe verf was het blauw van blauwe hyacinten, van een afgegane jeansbroek, van een te donkere zee.

De begrafenisondernemer was in zijn nopjes : heel precies en nog professioneler dirigeerde hij het transport van deze kist. Vier mannen, die in niets van hem verschilden buiten een iets kortere jas, voerden zonder dralen zijn bevelen uit. Het gewone, ellendige begrafenissfeertje hing er niet, alles was goed zo.

Tussen de afwezige tranen van de mensen laveerde de ondernemer als een volleerde kapitein het blauwe schip. De rangen werden ordelijk gesloten, mensen lieten elkaar met een vriendelijke hoofdknik voorgaan – ik ben geen directe familie, neen hoor. Mijn voetstappen verdwenen ook achter de kist en stilaan, langzaam, onvermijdelijk werd een stoet gevormd. Ik, die zei dat ik nooit meer in een betoging mee ging lopen. In de harder wordende druppels lazen we het avonduur. Laat keerden we terug.

Geen opmerkingen: